Iedere vrijwilliger heeft zijn of haar eigen motivatie om wat (terug) te doen voor de vereniging. In zijn algemeenheid kun je dit zeggen over vrijwilligerswerk:
Vrijwilligerswerk is leuk
Het is fijn om nieuwe dingen te ondernemen die een afwisseling vormen op de dagelijkse werkzaamheden. Vrijwilligerswerk levert inspiratie en zorgt voor kennismaking met een andere wereld dan jouw eigen sociale omgeving.
Vrijwilligerswerk is nuttig
Vrijwilligerswerk heeft een belangrijke maatschappelijke waarde. Veel voorzieningen kunnen niet bestaan zonder vrijwilligers. Dat is voor een deel een economisch verhaal, maar evengoed vertegenwoordigt de inzet van mensen voor elkaar een maatschappelijk belang. Inzetten voor elkaar doet de vereniging leven en levert een gevoel van saamhorigheid op.
Vrijwilligerswerk is geven en nemen
Het ‘nemen’ kennen we wel, je ‘neemt’ een training, een wedstrijd, etc. Wat we geven (lees: betalen) weten we ook. Toch is persoonlijke hulp ook hard nodig. Het overgrote deel van de contributies gaat namelijk op aan badwaterhuur en afdrachten aan de KNZB. Op de algemene ledenvergadering kon het bestuur heel duidelijk onderbouwen: willen we de contributie betaalbaar houden, dan zullen we als vereniging het komend jaar meer inkomsten moeten genereren door middel van acties en sponsoring. Elke activiteit vraagt een kleine of grote bijdrage in de vorm van persoonlijke hulp.
Vrijwilligerswerk is onmisbaar
Bestuursleden, trainers, coaches, afdelingsleden, het zijn allemaal vrijwilligers die op hun beurt niet zonder de steun van nog meer leden kunnen. Sponsoren bellen niet uit zichzelf, de organisatie van een activiteit gaat niet vanzelf, wedstrijdkleding komt niet vanzelf binnen, etc. Een vereniging als de onze draait volledig op vrijwilligers en kan niet zonder mensen die wat teruggeven. Vrijwilligerswerk doe je dus voor de vereniging, maar ook voor jezelf of voor jouw kind.
Wil je weten wat jij voor de vereniging kunt doen? Bekijk de lijst van functies of er een passende taak of functie voor jou vrij is.
De oorspronkelijke versie van dit artikel werd geschreven door Fons van de Voordt, oud-secretaris van De Woelwaters